Welke onderdelen gaan kapot?
In een audio apparaat zitten elektronische en mechanische onderdelen. Deze onderdelen kunnen kapot gaan, waardoor het audio apparaat dan niet goed of helemaal niet meer werkt. Hieronder staat per onderdeel beschreven wat de functie van het onderdeel is, hoe het onderdeel kapot gaat, wat het onderdeel dan kan gaan doen en wat er kan gebeuren met het audio apparaat.
Herkent u de storingen in deze lijst, dan heeft uw audio apparaat direct een reparatie, grote onderhoudsbeurt of restauratie nodig.
Solderingen (tin)
Functies:
- verbindingen maken tussen onderdelen.
- verbindingen maken tussen onderdeel en printplaat.
Hoe gaat het onderdeel kapot:
- te hoge spanning of stroom.
- te hoge temperatuur.
- oxidatie.
- metaalmoeheid.
- aan- en uitzetten van het audio apparaat.
- opwarmen en afkoelen.
Wat het onderdeel kan gaan doen als het kapot gaat:
- doorbranden.
- krijgt weerstand.
- onderbreken.
- haperen.
Wat er kan gebeuren met het audio apparaat:
- doet niets.
- valt soms uit.
- functies vallen uit.
- moet langer opwarmen.
- wordt te warm.
- vervormen van het geluid.
- ruisen.
- ploffende geluiden.
- krakende en knetterende geluiden.
Buizen
Functies:
- gelijkrichten van stroom of spanning.
- licht geven als indicator.
- schakelaar voor stroom of spanning.
- variabele weerstand.
- verzwakken van stroom of spanning.
- versterken van stroom of spanning.
Hoe gaat het onderdeel kapot:
- te hoge spanning of stroom.
- te lage of hoge temperatuur.
- door gebruik (beperkte levensduur).
Wat het onderdeel kan gaan doen als het kapot gaat:
- doorbranden.
- krijgt kortsluiting.
- geeft minder licht.
- segmenten geven geen licht.
- onderbreken.
- haperen.
Wat er kan gebeuren met het audio apparaat:
- doet niets.
- valt soms uit.
- ontvangt minder.
- indicator geeft minder licht.
- display werkt niet goed.
- functies vallen uit.
- moet langer opwarmen
- wordt te warm.
- vervormen van het geluid.
- brommen.
- ruisen.
- ploffende geluiden.
- krakende en knetterende geluiden.
- verzwakt het geluid te weinig of te veel.
- versterkt het geluid te weinig of te veel.
Condensatoren
Functies:
- stroomlading opslaan voor buffering of stabilisatie.
- gelijkstroom blokkeren en wisselstroom doorlaten.
- frequentie afhankelijk onderdeel in geluidsfilters.
Hoe gaat het onderdeel kapot:
- te hoge spanning of stroom.
- te hoge temperatuur.
- door gebruik (beperkte levensduur).
- uitdroging door ouderdom of te weinig gebruik.
- verzuring door te weinig gebruik.
Wat het onderdeel kan gaan doen als het kapot gaat:
- wordt steeds warmer.
- krijgt een hogere weerstand (ESR).
- wordt een weerstand en gaat gelijkstroom doorlaten.
- capaciteit wordt meer of minder.
- krijgt kortsluiting.
- uit zijn huisje groeien.
- bol gaan staan aan de boven- en/of onderkant.
- krimpkous om de condensator krimpt.
- ontploffen.
- elektrolyt lekken en alles er om heen aanvreten.
Wat er kan gebeuren met het audio apparaat:
- doet niets.
- moet steeds langer opwarmen.
- functies vallen uit.
- geen geheugen meer.
- valt soms uit.
- brommen.
- trillen.
- ruisen.
- ploffende geluiden.
- klinkt dof en niet meer helder.
- geen dynamiek meer in het geluid.
- maakt heel veel extra harmonischen aan.
- klinkt extreem zuiver.
- klinkt heel warm.
Diodes
Functies:
- gelijkrichten van stroom of spanning.
- variabele weerstand.
- stabilisatie van stroom of spanning.
- blokkeren van stroom of spanning.
- verzwakken van stroom of spanning.
- versterken van stroom of spanning.
- thermometer.
Hoe gaat het onderdeel kapot:
- te hoge spanning of stroom.
- te lage of hoge temperatuur.
Wat het onderdeel kan gaan doen als het kapot gaat:
- doorbranden.
- ontploffen.
- krijgt kortsluiting.
- onderbreken.
- haperen.
Wat er kan gebeuren met het audio apparaat:
- doet niets.
- valt soms uit.
- functies vallen uit.
- moet langer opwarmen.
- wordt te warm.
- vervormen van het geluid.
- brommen.
- ruisen.
Koppen (in bandrecorders en cassettedecks)
Functies:
- lezen, beschrijven en wissen van magneetbanden met behulp van magnetisme.
Hoe gaat het onderdeel kapot:
- door gebruik (beperkte levensduur).
- slijtage, omdat er een magneetband overheen gesleept wordt.
- vies worden van de bandslijtage.
- magnetisatie vanaf de magneetband.
- nicotine.
- stof.
- oxidatie.
Wat het onderdeel kan gaan doen als het kapot gaat:
- doet niets.
- doorbranden.
- leest minder of geen magneetbanden meer.
- beschrijft minder of geen magneetbanden meer.
- wist minder of geen magneetbanden meer.
- haperen.
- inslijten.
- de magneetband optillen zodat er minder magnetisme wordt gelezen.
- de magneetband optillen zodat er minder magnetisme wordt beschreven.
- de magneetband optillen zodat er minder magnetisme wordt gewist.
Wat er kan gebeuren met het audio apparaat:
- leest minder of geen magneetbanden meer.
- speelt niet goed af.
- klinkt dof.
- laag volume.
- ruisen.
- neemt niet goed op.
- geluid wordt niet goed gewist.
- geeft geen geluid meer.
Lasers en de geleiders (in cd spelers)
Functies:
- lezen van cd's
Hoe gaat het onderdeel kapot:
- door gebruik (beperkte levensduur).
- nicotine.
- stof.
- uitgedroogd vet.
Wat het onderdeel kan gaan doen als het kapot gaat:
- doet niets.
- doorbranden.
- leest minder of geen cd's meer.
- haperen.
- zwaar lopen.
Wat er kan gebeuren met het audio apparaat:
- leest minder of geen cd's meer.
- springt over naar een ander tijdstip op de cd.
- blijft steken op een bepaald tijdstip op de cd.
- moet langer opwarmen.
- geeft geen geluid meer.
Potmeters (variabele weerstanden) en weerstanden
Functies:
- voor de volume, bas, treble, balans en spanning/stroom instellingen.
- spanning verlagen.
- stroom verlagen.
- maken van meetpunten.
Hoe gaat het onderdeel kapot:
- te hoge spanning of stroom.
- te hoge temperatuur.
- stof.
- oxidatie.
- slijtage.
Wat het onderdeel kan gaan doen als het kapot gaat:
- doet niets.
- doorbranden.
- onderbreken.
- haperen.
- zwaar lopen.
Wat er kan gebeuren met het audio apparaat:
- doet niets.
- valt soms uit.
- functies vallen uit.
- moet langer opwarmen
- wordt te warm.
- vervormen van het geluid.
- ruisen.
- ploffende geluiden.
- krakende en knetterende geluiden.
Relais en schakelaars
Functies:
- schakelaar voor stroom of spanning.
- schakelaar om het geluid aan of uit te zetten.
Hoe gaat het onderdeel kapot:
- te hoge spanning of stroom.
- te hoge temperatuur.
- stof.
- oxidatie van contacten.
- slijtage van contacten.
- inbranden van contacten.
Wat het onderdeel kan gaan doen als het kapot gaat:
- doet niets.
- doorbranden.
- krijgt weerstand.
- beweegt stroef.
- onderbreken.
- haperen.
Wat er kan gebeuren met het audio apparaat:
- doet niets.
- volume, bas, treble en balans werken niet goed.
- valt soms uit.
- functies vallen uit.
- geluid gaat harder en zachter.
- geluid valt soms weg.
- wordt te warm.
- vervormen van het geluid.
- ploffende geluiden.
- krakende en knetterende geluiden.
Rubberwielen (in bandrecorders en cassettedecks)
Functies:
- aandrijven van assen.
- aandrukken van banden tegen de capstanassen.
Hoe gaat het onderdeel kapot:
- door gebruik (beperkte levensduur).
- uitdroging door ouderdom of te weinig gebruik.
- slijtage.
Wat het onderdeel kan gaan doen als het kapot gaat:
- doet niets.
- wordt hard.
- wordt te klein.
- slippen.
- knappen.
- scheuren.
Wat er kan gebeuren met het audio apparaat:
- assen worden niet goed aangedreven.
- spoelt geen bandjes meer achter- of vooruit.
- trekt geen bandjes meer.
- band gaat krullen
- bandsnelheid varieert.
Snaren
Functies:
- besturen van loopwerken.
Hoe gaat het onderdeel kapot:
- door gebruik (beperkte levensduur).
- uitdroging door ouderdom of te weinig gebruik.
- slijtage.
Wat het onderdeel kan gaan doen als het kapot gaat:
- doet niets.
- slippen.
- knappen.
- scheuren.
Wat er kan gebeuren met het audio apparaat:
- loopwerk beweegt niet meer.
- trekt geen bandjes meer.
- tellers werken niet meer.
- lade of klep gaat niet goed open of dicht.
- leest geen cd's meer.
Transistoren
Functies:
- schakelaar voor stroom of spanning.
- variabele weerstand.
- verzwakken van stroom of spanning.
- versterken van stroom of spanning.
- thermometer.
Hoe gaat het onderdeel kapot:
- te hoge spanning of stroom.
- te lage of hoge temperatuur.
- tin whiskers.
Wat het onderdeel kan gaan doen als het kapot gaat:
- doorbranden.
- ontploffen.
- krijgt kortsluiting.
- onderbreken.
- haperen.
Wat er kan gebeuren met het audio apparaat:
- doet niets.
- valt soms uit.
- functies vallen uit.
- moet langer opwarmen
- wordt te warm.
- vervormen van het geluid.
- ruisen.
- ploffende geluiden.
- verzwakt het geluid te weinig of te veel.
- versterkt het geluid te weinig of te veel.
Herkent u de storingen in deze lijst, dan heeft uw audio apparaat direct een reparatie, grote onderhoudsbeurt of restauratie nodig.
Apparaten nooit zelf openmaken. Laat het onderhoud aan uw apparaten aan een technicus over.
U kunt ook altijd een e-mail sturen naar: DPAudioTD@kpnmail.nl